Het stond fors aangekondigd in het regeerakkoord: de regering ging de huidige regeling rond arbeidsongeschiktheid 'grondig hervormen'. Dit als reactie op de sterke groei van het aantal arbeidsongeschikten.
De uitgaven voor primaire arbeidsongeschiktheid zijn volgens cijfers van het RIZIV tussen 2008 en 2013 met gemiddeld 7,36 procent per jaar gestegen en klokten in 2013 af op ruim 1,5 miljard euro. Ook het aantal invaliden is over dezelfde periode met gemiddeld 5,22 procent gestegen tot net geen 300 000 in 2013.
Een serieus welvaartsverlies voor de betrokkenen en voor de maatschappij. En volgens critici worden de systemen ook vaak misbruikt.
Tegen die achtergrond zette de regering Michel hoog in op de herintegratie van deze mensen op de arbeidsmarkt. In de toekomst zou worden uitgegaan van wat de betrokkene nog kan en niet alleen van wat hij niet meer kan. Ten laatste drie maanden na de start van de arbeidsongeschiktheid moest er een herintegratieplan zijn om de weg terug te vinden naar de arbeidsmarkt. De stok achter de deur: 'De regering onderzoekt hoe voor al deze betrokken actoren een responsabiliserend systeem kan worden uitgewerkt’.
Van die 'responsabilisering' is in de nieuwe beleidsnota van minister van Werk Kris Peeters niets terug te vinden. Er komt, in samenspraak met minister van Sociale Zaken Maggie De Block, weliswaar een wettelijk kader waarbinnen arbeidsongeschikte werknemers het werk (gedeeltelijk) kunnen hervatten met toestemming van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. Voor 'nieuwe gevallen' zal in eerste instantie worden onderzocht of de werknemer het werk kan hervatten bij zijn werkgever.
De Block en Peeters sleutelen elk aan een KB hierover. Maar volgens de teksten die momenteel circuleren, wordt er bij dit alles uitgegaan van 'het principe van vrijwilligheid'. Een werkgever zou moeten motiveren waarom hij geen herintegratietraject kan of wil aanbieden net zoals een werknemer moet motiveren waarom hij er één weigert. Maar sancties komen er niet. Ook de termijn is versoepeld. In plaats van drie maanden moet er pas na een half jaar een herintegratietraject zijn.
Bronnen binnen de regering bevestigen dat de stok achter de deur die in het regeerakkoord werd aangekondigd, inderdaad begraven is. Dit vooral na een advies van de Nationale Arbeidsraad dat het vrijwillig karakter van de terugkeer benadrukt. Terugkeer naar werk mag volgens de NAR immers 'niet worden gezien als een begrotingsdoelstelling die tot elke prijs moet worden gerealiseerd’. De werknemer moet ook echt terug aan de slag willen of de terugkeer dreigt een flop te worden. Hetzelfde geldt voor de collega's die de terugkeer moeten zien zitten. 'Uit het vrijwillige karakter van de terugkeer naar werk vloeit voort dat de betrokken persoon niet mag worden gestraft in geval van mislukking', zegt de NAR.
De vraag is dan of de hele operatie veel zoden aan de dijk zal brengen. Sowieso zijn er nog een pak losse eindjes in het verhaal. Wat als de werknemer terug wil, maar de werkgever dat niet ziet zitten? Wat met werknemers die hervallen? Hoe ziet de verhouding loon versus uitkering eruit? Volgende week buigt de NAR zich opnieuw over de kwestie.
Bron : De Standaard – 13-11-2015
13
nov