Zoals
de straat op een winterdag plots glad en wit kan zijn
of het asfalt bloedheet kan gaan zinderen
zo zijn we niet rechtlijnig, niet eens mooi afgelijnd.
Zoals wij als een beek door de dagen meanderen,
tussen de huizen, de bomen
de ene dag klaterend, opspattend, vrolijk en gul
zo verzanden we een moment later in een zinkgat
tussen stoep en riool, een toevallige voorbijganger.
Zoals het met sneeuw bedekte asfalt plots gaat tintelen
je me goeiemorgen, goeiemorgen achterna roept en
we bij een kop koffie wat later uitmonden in een evenwicht.
Ingrid VDP
8
feb
Reacties
Login of registreer u om te reageren op dit artikel.