12
jan
Interview Rita
Op mijn vraag of ik haar mag interviewen zegt Rita
Kom maar eens langs, ik zie eens graag iemand in levende lijve.
Ik krijg een warme knuffel en een gulle lach bij het binnenkomen.
Ze geeft me daarmee meteen een warm welkom en een wijze les.
In een filmpje dat ze me laat zien houdt Dirk De Wachter een pleidooi voor dat lijfelijk aanwezig zijn, die menselijke nood aan fysiek contact. We moeten het met z'n allen teveel missen in het dagelijkse leven. Een knuffel, een aanraking, een arm van troost, een schouder om op te huilen. Het zijn taboes in deze tijden.
Het moeten missen van een streling, drijft ons naar diepe dalen van eenzaamheid waar het moeilijk toeven is.
Is het een moeilijke periode zo na nieuwjaar, vraag ik haar.
Niet na nieuwjaar. Vooral ervoor en de periode van Kerst valt me erg zwaar. Omdat dit een periode is om samen te vieren met familie en/of mensen die je dierbaar zijn. Waar je van houdt. Als die er niet (meer) zijn en je merkt dat ook je beste vrienden de voorkeur geven aan het familiegebeuren. Dat is moeilijk.
Hoe doe je dat dan ?
Kijk, ik ben alleen. Om mezelf niet nog zieker te maken, is het goed dat ik mij afsluit van het idee “feesten en gezellig samen zijn met de familie”. Ik word op mezelf terug geworpen en probeer te aanvaarden dat dit nu eenmaal zo in mijn leven is. En dat aanvaarden is niet makkelijk.
Ik voel me in de winter als een beer in mijn hol. Het is een tijd om tot inkeer te komen. Mezelf de vraag te stellen: Wat heeft het voorbije jaar me gebracht en wat heb ik ontdekt bij mezelf ? Wat heeft deugd gedaan?
De rust opzoeken, een winterwandeling maken die meditatief aanvoelt. Stap voor stap op mijn eigen ritme gaan en innerlijke rust proberen vinden in het winterritme van de natuur. De natuur heeft geen feestdagen. De natuur is een constante waar ik altijd kan op terugvallen.
Rita heeft een droom, een plan dat ze langzaam maar zeker voor me uitrolt.
Ik wil mensen samenbrengen. Met een zekere regelmaat bv. eenmaal per maand.
Samen schrijven, bijpraten. Samen ons koesteren in warm gezelschap, ook al loopt het leven heel anders dan we voor ogen hadden.
Lachen en wenen, positiviteit en sterkte delen, net zoals onze kwetsbaarheid geeft een ondersteunend gevoel van (h)erkenning en verbondenheid.
Ze vertelt me dat haar ziekte haar niet constant bezig houdt maar ze wordt wel met haar chronisch ziek zijn geconfronteerd op moeilijkere momenten, wanneer het lichaam weigert en zelfs geen weerstand kan bieden aan virussen. Wanneer ze dan niet meer naar buiten kan.
Als ik langere tijd niet meer naar buiten kan en alle sociale contacten vallen weg, komen de muren op me af.
Soms word ik overweldigd door de angst niets meer zelf te kunnen ondernemen, niets meer te kunnen doen om het leven voor mezelf aangenamer te maken.
Tijdens toenemende fysieke problemen of ziekenhuisbezoeken bots ik op de weerstand om afhankelijk te worden van anderen. Ik word dan met mijn neus op de feiten gedrukt : Ik sta er alleen voor. Dan word ik bang om niet meer gezien te worden, niet meer gehoord te worden. Ik ondervind nu al dat niemand van de zorgsector begrijpt wat ik echt nodig heb. Er is geen gehoor voor. Ze doen alsof een pijnstiller en een tas soep alles invult wat ik dan nodig heb.
Wie gaat er luisteren naar mijn nood aan echte verbinding, aan waardevolle vriendschap ?
Hoe ga je om met die angsten?
Dan trek ik me op aan de gedachte dat ik door iets begeleid word waardoor het juiste op het juiste moment komt wanneer ik er klaar voor ben in mijn leven. Daarop blijf ik hopen en vertrouwen.
Ik oefen nu al om het roer uit handen te geven en de koers te laten bepalen door iets “groter”.
Om mijn verwachting van het leven zoals ik het zag los te laten. En dan gaat het niet over fatalisme maar over overgave.
Blijven vechten voor iets wat je niet kunt veranderen geeft me geen gemoedsrust, maar angst.
Rita beschikt over een grote dosis empathie en wil niemand ontgoochelen
We hebben geleerd om heel hard ons best te doen, om rekening te houden met anderen, meer dan goed voor ons is.
Dat streven en ‘pleasen’ heb ik noodgedwongen afgeleerd. Toen ik met de rug tegen de muur stond heb ik een belangrijke les geleerd nl. dat ik nu alleen maar goed voor mezelf moet zorgen.
Dat ik goed moet afwegen waar mijn grens ligt. En dat ik beslissingen neem die op dat moment het best zijn voor mij : sociale contacten of afzondering en rust inbouwen.
Ondanks onbegrip of misnoegen van anderen. Ik moet toegeven, dat lukt niet altijd.
Hoe ben je uit dat emotioneel isolement geraakt?
Ik probeer mezelf te blijven motiveren dat ik zelf stappen moet zetten om contacten met diepgang te onderhouden. Het zijn die contacten die ik het meest nodig heb om mijn leven waardevol te houden.
Cursussen over persoonlijke vorming of creatief bezig zijn met vormen en kleuren samen met lotgenoten bieden de kans om de mens te ontdekken die verborgen zit achter een uiterlijk vertoon of een opgebouwd muurtje van bescherming.
Uit deze contacten zijn al heel mooie vriendschappen ontstaan.
Vriendinnen halen me uit mijn isolement, laten me voelen dat ik hun vriendschap meer dan waard ben. Als fysieke ontmoeting niet kan, een mailtje, een telefoontje kan in mijn dag het verschil maken.
Dan voelt het alleen zijn niet meer als emotionele eenzaamheid. Dan is het alleen zijn dankbaar de natuur opzoeken, even wandelen of zitten en observeren en de rust laten binnenkomen. Dat is het genieten dat ik laatste jaren heb weten op te bouwen en te koesteren.
Ik pak het van dag tot dag aan.
Sinds kort durf ik gewoon naar de ‘goesting’ luisteren en impulsief iets te ondernemen.
Ik wil de zee ruiken vandaag. Dan neem ik de trein en de vrijheid. Nu doen wat ik zo graag wil, waar ik zin in heb, waar ik nu de energie voor heb. Dat geeft me een gelukzalig gevoel.
Niet meer vooraf tobben: ga ik dat wel kunnen? Zal ik niet te moe zijn? Kan ik dat wel aan?
Voelen en dan jas aantrekken en richting station en even later onderweg naar zee.
“Leven in het NU”: weer een geleerde les. Niet morgen, niet volgende maand of volgend jaar : NU waar het kan.
Rita stapt nog even mee tot aan het station. Onderweg naar huis zie ik dat ze in mijn schriftje de volgende boodschap schreef:
Durf hulp vragen : fysieke en mentale
Je bent niet alleen, je hoeft het niet allemaal alleen te ervaren.
Niemand weet hoe jij je werkelijk voelt. Vertrouw op je eigen gevoel.
En is er niemand die luistert, luister dan naar jezelf. Praat, schrijf of schreeuw desnoods over wat er gehoord en gevoeld wil worden.
Rita, misschien hebben we vandaag onszelf opnieuw uitgevonden?
Zoals grote uitvindingen ook eerder bij toeval en totaal onverwacht gebeuren.
Het voelt in alle geval goed aan. Ik zweef naar huis op wolkjes van geluk.
Ik draag Rita en haar warme knuffel nog dagenlang met me mee.