Woordenboek
Zoek op naam of op alfabet:
- Carcinoom
- kanker, kwaadaardig woekergezwel van huid, slijmvlies, klierweefsel met onbeperkte groeen het voorkomen van ‘dochtergezwellen’ ten gevolge van metastasen of uitzaaiingen, die de aangetaste organen verwoesten.
- Cardia
- de maagingang.
- Carpaal Tunnelsyndroom
- de handwortel of carpale tunnel in de pols wordt gevormd door kleine beentjes (carpalia) waardoorheen een belangrijke zenuw, de middenzenuw, naar de hand loopt. Deze zenuw kan in de carpale tunnel geklemd geraken. Dat veroorzaakt tintelingen en pijn in de hand, gevoelloosheid en zwakte van de vingers. De aandoening staat bekend als het carpaal tunnelsyndroom.
- Carpus
- de handwortel.
- Cataract
- grijze staar, een vertroebeling van de ooglens. Veroorzaakt gezichtsvermindering, zwarte schimmen, dag- of nachtblindheid.
- Caudaal
- naar onder, naar het staartbeen toe.
- Cellulitis
- ‘sinaasappelhuid’; ontsteking van het onderhuidse bindweefsel.
- Centraal Zenuwstelsel
- het ruggenmerg en de hersenen. Alle zenuwstrengen in het lichaam vallen onder het ‘perifeer zenuwstelsel’ dat de zenuwprikkels opneemt en overbrengt naar het centraal zenuwstelsel (zie ook: cerebro-spinaal). CEREBRAAL: de hersenen be-treffend.
- Cerebro-spinaal Vocht
- een heldere, waterachtige vloeistof, die vloeit in de hersenholten en rond de hersenen en het ruggenmerg. Het vocht beschermt en dient als schokbreker.
- Cerebro-spinaal Zenuwstelsel
- het zenuwstelsel zorgt ervoor dat de mens via de zintuigen contact kan hebben met de buitenwereld en zich daarin via het bewegingsapparaat kan be-wegen en verdedigen. De centrale van dit stelsel ligt in de hersenen (cerebro) en in het ruggenmerg (spina) en heet daarom cerebro-spinaal zenuwstelsel.