Woordenboek
Zoek op naam of op alfabet:
- Wervels
- zie: vertebrae.
- Whiplash
- letterlijk ‘de zweepslag’, ontstaat als je hoofd door een plotse krachtige beweging overdreven ver naar voor wordt gebogen, tot vaak met de kin op het borstbeen, en dan meteen en met méér dan de normale bewegingsvrijheid, met een schok naar achter wordt gebogen. Deze schokken komen zo totaal onverwacht dat je je niet kunt schrap zetten en het verdedigingsmechanisme, om de halsspieren reflexmatig te ontspannen, niet in werking treedt. De zachte of weke weefsels rond de halswer-velzuil worden beschadigd zonder dat er daarom breuken of ontwrichtingen vast te stellen zijn en er kunnen ontstekingsverschijnselen ontstaan. De gewrichtsbanden die de halswervels aan elkaar houden, zijn geheel of gedeeltelijk gescheurd. De halsspieren, de zenuwen en de kleine bloedvaatjes worden brutaal uitgerokken. De tussenwervelschijven (kraakbeenplaatjes tussen de wervels) of de wervels kunnen verschuiven en druk uitoefenen op het ruggenmerg. Er kunnen beschadigingen ontstaan in de hersenstam en de hersenschors. De pijn begint meestal aan de nekbasis tussen de schouders met uitstraling naar het achterhoofd of de schouder-bladen, met bewegingsbeperking en uitstralende pijn naar armen en handen, duizeligheid en depressie.
- Wijnvlek
- zie naevus.