Woordenboek

Zoek op naam of op alfabet:

Geriater: een specialist voor ziekten van bejaarden.
Germicide: zaad- of kiemdodende stof.
Gibbus: een bochel, een bult. Ook: kyfose.
Glandula: een klier. Klieren scheiden bepaalde stoffen af. Zie: endocrien, exocrien.
Glaucoom: ‘groene staar’, een oogaandoening waarbij de oogzenuw onherstelbare schade wordt toegebracht door verhoogde druk binnen het oog. Het zicht wordt slechter en in een aantal gevallen leidt glaucoom tot volledige blindheid.
Glutenentheropathie: zie : coeliakie.
Gonorroe: of druiper. Geslachtsziekte, met een incubatietijd (zie: incubatietijd) van 2 tot 5 dagen. De man krijgt een acute ontsteking van de urine- of plasbuis met een branderig gevoel bij het plassen en een geelgroene etterige afscheiding. Bij de vrouw begint het meestal met een ontsteking van de baarmoederhals en een acute ontsteking van de urinebuis. Verder zijn er dikwijls geen symptomen; soms etterig verlies uit de schede of branderig gevoel bij het plassen. Het kan leiden tot steriliteit door het dichtslibben van de eileiders.
Gordelroos: zie: herpes zoster.
Granulatieweefsel: ‘wild vlees’, weefsel dat bij de wondgenezing boven het niveau van de huid uitgroeit.

Pagina: