Woordenboek
Zoek op naam of op alfabet:
- Sternum
- het borstbeen, heeft de vorm van een zwaard.
- Stoma
- een kunstmatig aangelegde of onnatuurlijk opening in de buikwand waarlangs afvalstoffen, zoals urine (urostoma) of stoelgang, het lichaam verlaten. Een stoma wordt aangelegd wanneer de darm tijdelijk moet ‘rusten’ omwille van chronische ontstekingen of wanneer de doorgang van de darmen of de urinewegen belemmerd is. Dit kan tijdelijk of definitief zijn. Aangezien de opening niet voorzien is van een sluitspier, heeft de patiënt geen controle meer over zijn ontlasting of urine en is hij aangewezen op het dragen van een stomazakje, dat op de huid gekleefd wordt.
- Stomatitis
- ontsteking van het mondslijmvlies.
- Strabismus
- scheelzien.
- Struma
- vergroting van de schildklierkwabben, een ‘kropgezwel’.
- Subcoma
- toestand die aan coma voorafgaat.
- Subjectief
- individuele verschijnselen, symptomen die alleen de patiënt zelf waarneemt, bv. subjectieve klachten.
- Submucosa
- een laag tussen het slijmvlies en de spierlaag.
- Substantie
- grondstof.
- Substitutie
- iets dat wegvalt vervangen door iets anders, bv. het wegvallen van hormoonproductie door medicatie.